Het Leeuwenhof was een beroemde dierentuin in de Bourgondische periode. Men kon er o.a. leeuwen bewonderen. In het Gravensteen verbleef er al een leeuw in het begin van de 14de eeuw. Die prestigieuze traditie werd in het Hof ter Walle (Prinsenhof) verder gezet.
De leeuwen verbleven in vier hokken. Er waren afzonderlijke ruimtes voor hun voedsel (schapen) en voor hun bewakers. De eerste met naam bekende bewaker was Pierre Compagnie die in 1422 dienst deed in het hof. Het vlees voor de dieren werd geleverd door beenhouwers en boeren.
Bij mooi weer werden de dieren uitgelaten in een omheinde binnenplaats.
De hertogen en hun gezelschap hielden van spektakel en organiseerden graag kampen waarbij andere dieren tegen een leeuw in het strijdperk werden gestuurd.
De leeuwen kwamen in het Prinsenhof terecht omdat ze als geschenk waren aangeboden aan de vorst, of omdat ze aangekocht waren. Het gebeurde ook dat enkele welpen ter plaatse werden geboren. Dat was telkens aanleiding tot grootste feestelijkheden. Zo was hertogelijke leeuwenbewaker Heine du Vievier (alias Hendrik van de Vijvere) bijzonder trots toen hij in 1443 met twee nieuwe welpen naar het schepenhuis kon trekken om ze officieel van het stadsbestuur voor te stellen. De laatste leeuwin in het Prinsenhof stierf in 1641.
Foto linkerkolom: A. Dürer
Foto onderaan: Detail uit ‘Aula Principis Gandavi’ in Flandria Illustrata, Antonius Sanderus, 1641